ARNO JANSSEN OVER HET VOORZITTERSCHAP BIJ BRAKKENSTEIN

ARNO JANSSEN OVER HET VOORZITTERSCHAP BIJ BRAKKENSTEIN

Rksv Brakkenstein zoekt een nieuwe voorzitter. Arno Janssen stopt vanwege zijn verhuizing naar Boxmeer. Hoe kijkt hij terug op zijn voorzitterschap? Wat gebeurt er momenteel bij de voetbalclub en welke kwaliteiten moet de nieuwe voorzitter hebben? ‘Het zou hartstikke mooi zijn als we een jonge voorzitter krijgen. Of een vrouw.’

door Diane Essenburg

‘Vorig jaar werd een bal over het hek getrapt’, blikt Arno Janssen terug op een situatie die hij meemaakte als voorzitter van rksv Brakkenstein. ‘Niemand dacht erover om na de wedstrijd die bal op te halen, dus heb ik dat gedaan. Vervolgens ging ik naar de kleedkamer om de spelers erop aan te spreken. Ze kenden mij niet, dus ik wilde ze eerst even op hun kop geven: ‘Jongens, het is niet om jullie te plagen, maar realiseer je eens dat we al 20 tot 25 ballen kwijt zijn, à 60, 70 euro. Ik heb dat volgend jaar zo opgelost, dat jullie meer contributie gaan betalen, maar dat kan toch niet de bedoeling zijn?’. Mensen die aan de touwtjes trekken of bestuurlijk actief zijn, en die vaak veel meer verbondenheid bij een club voelen, die moeten vertellen waarom dit soort dingen belangrijk zijn. Leden zijn heel redelijk, hoor. Ook in die kleedkamer toen. De aanleiding was niet leuk, maar je kunt het dan wel draaien dat het iets goeds wordt. Uiteindelijk werd het een heel leuk gesprek.’

Heb je als voorzitter van Brakkenstein een lange adem nodig?

‘Ja, je moet geduld hebben. Niet in verwijtende zin, want dat heeft geen zin. Je moet het gesprek aangaan en daar gaat energie in zitten. Er zijn veel mensen die hier gewoon komen om te voetballen en verder niks. Ook zij moeten erop geattendeerd worden dat ieder lid zich onderdeel zou moeten voelen van de vereniging en zijn verantwoordelijkheid moet nemen. Het is niet vanzelfsprekend dat bepaalde dingen gebeuren. Ballen? Iemand moet ze regelen. De lampen? Iemand moet ze uitzetten.’

Maar niet iedereen heeft zomaar even tijd om iets voor de club te doen, naast een drukke baan, een druk gezinsleven…

‘Iemand vroeg mij eens hoeveel tijd het kost om actief te zijn voor de club. Dat vind ik een rare vraag, dus draai ik het om. Hoeveel tijd heb je ervoor over? Heb je een uurtje per jaar? Al denk je maar één keer mee over iets. Over de website, over hoe je bepaalde mensen benadert. Of dat je één of twee keer per jaar het park op zaterdag opent voor de jeugd. Dat kost misschien een halfuur. Als je dat nou eens doet, dan is het in elk geval voor die ene dag geregeld. Iedereen heeft wel tijd.’

 

‘Het is niet vanzelfsprekend dat bepaalde dingen gebeuren.
Ballen? Iemand moet ze regelen.’

‘Ik merk dat mensen zich niet willen committeren aan een heel groot iets. Door deelprojecten en kleinere commissies te maken, is het makkelijker om mensen te vinden, is mijn ervaring. Ook een functie als bestuurslid hoeft niet zo groot te zijn als het klinkt. Maar het betekent wel dat het spel goed gespeeld moet worden. Ik ben zelf ook bekend met andere sportverenigingen. Bij tennis is het heel normaal om iets voor de club te doen. Kan je een keer niet, dan het is heel gebruikelijk om zelf te ruilen. Ik zou hier ook graag een soort commissie hebben die een aantal essentiële taken in kan plannen, zoals het openen en sluiten van het park. Dat dat geregeld is. Dat zou prima kunnen. Maar iedere sport heeft zijn eigen cultuur.’

Viel het je tegen in het voetbalwereldje?

‘Ja, daar vind ik wel wat van. Ik denk dat voetballers kneiterverwend zijn. Iemand anders moet het probleem maar oplossen. Dat ken ik helemaal niet. Als je iets bij tennis, rugby of ijshockey zelf niet regelt, dan wordt er niks gedaan en niemand doet daar moeilijk over. Je werkt bij een sportbedrijf. Bij voetbal zie je al dat gedoe tegen scheidsrechters, het ligt altijd aan een ander. Ga nou gewoon eens je sport bedrijven. Dat vind ik zo mooi aan damesvoetbal. Die dames van Oranje, die gaan er gewoon voor. De ene week maakt Neymar allerlei buitelingen, een week later wordt een dame onderuit geschopt en loopt ze gewoon door. Dat contrast. Je ziet dat ook in hoe dingen hier geregeld worden. Het is een wereld die ik niet goed ken.’

Kan het een generatiedingetje zijn dat mensen minder snel meehelpen voor de club?

‘Weet ik niet. Wat ik wel denk is dat jongeren wat meer overtuigd moeten worden van waarom dat dan goed is. Waar ik hartstikke trots op ben is dat er bij de club en de stichting al meer jongeren zitten. De evenementencommissie die is opgetuigd, daarin zitten allemaal jonge mensen. Dus van daaruit hoop ik dat er een sneeuwbaleffect komt. Het zou ook hartstikke mooi zijn als we een jonge voorzitter krijgen. Of een vrouw. Goed, Keulen en Aken zijn ook niet in één dag gebouwd, maar laten we wel doorpakken. Wat mij betreft op deze lijn, maar dat is aan mijn opvolger. Ik ben blij om te zien dat er op diverse fronten nieuwe mensen actief zijn en er initiatieven zijn om voor de club goede dingen te doen. Zo hebben we al wat mensen gevonden voor de bardiensten, maar dat kunnen er altijd meer zijn.’

 

‘Keulen en Aken zijn ook niet in één dag gebouwd,
maar laten we wel doorpakken.’

Waarom zijn nieuwe mensen belangrijk?

‘Als er alleen oudere mannen in besturen en commissies zitten die al 50 jaar hetzelfde doen, dan krijg je geen verbinding met de mensen. De achterban is belangrijk, en die wordt elk jaar jonger. Voor een vereniging is het goed als er roulatie in functies zit. Ik zie dat ook als een taak voor de nieuwe voorzitter, om naar een gezonde mix te kijken. Jong/oud, man/vrouw, meer/minder ervaren. Het nadeel is echter ook dat mensen niet een stap willen terugdoen, omdát er geen opvolger is. Mensen moeten zich verkiesbaar stellen. En zij kunnen dat alleen doen als het bekend is welke bestuurstermijnen er zijn. Ik wil daarom dat er een lijst komt op de website met een aftreedschema. Niet dat die persoon dan af móet treden, maar om te laten zien dat je openstaat voor nieuwe mensen. Dan kan je in algemene ledenvergaderingen stemmen wie de functie gaat bekleden. Dit soort dingen moeten uitgelegd worden aan de leden.’

Door het verenigingsleven uit te leggen zijn mensen bereid te helpen?

‘De nieuwe commissies en mensen die we gevonden hebben, ik geloof wel dat het een van de gevolgen is geweest van hoe ik bepaalde dingen aan heb gepakt. In het verleden was het lastig communiceren, hoor ik, met de “hogere regionen”. Dat heb ik wel uitgedragen aan de medebestuurders: je bepaalt zelf hoe benaderbaar je bent. Als ik binnen de club het signaal krijg dat ze niet weten waar ze voor bepaalde dingen moeten zijn, dan irriteert mij dat mateloos. Dan wil ik weten hoe het komt. Vaak ligt het ook aan de andere kant, hoor. Tegenwoordig hebben we een website die redelijk up to date is, daar staat prima op wie waarvoor verantwoordelijk is. Dus als iemand niet de juiste persoon kan vinden, dan is de tegenvraag of hij op de website heeft gekeken. Maar als je dan alsnog tegen muren aanloopt, dan wil ik dat weten. Ik vind echt dat wij als bestuurders open moeten staan voor welke kritiek ook.’

‘Wat ik belangrijk vind als je zo’n functie hebt, is verbinding maken. Volgens mij is dat het toverwoord. Je moet met mensen praten, je moet luisteren. Je hoeft als voorzitter niet met iedereen mee te praten, in tegendeel, want uiteindelijk moet je een mening vormen en er objectief een reactie op geven. Soms kan dat à la minute, maar lang niet altijd. Een verhaal heeft meestal twee kanten. Dan is het handig om even een stap terug te doen en bij nog wat mensen te polsen. Ik denk wel dat het belangrijk is om terug te komen met een reactie. Of het nu lukt of niet lukt, of het leuk of niet leuk is, of dat je moet zeggen dat je het nog niet weet of dat je langer nodig hebt, dat is ook een reactie. Houd mensen aangesloten, ik denk dat dat heel belangrijk is. Je hebt te maken met mensen van het bestuur, maar kijk ook naar al die andere mensen die hier één of twee keer in de week activiteiten bedrijven. Wat zij ervan vinden. Alle ruim 700 leden hebben er hun eigen beleving bij, daar moet je tussendoor manoeuvreren. Dat is leuk, maar soms ook wel lastig.’

Verbinden en mensen aangesloten houden, dat zijn kwaliteiten die een voorzitter moet hebben?

‘Ja, ik denk het wel. Je moet met mensen omgaan. Je moet wegen zoeken om mensen te bereiken. Dat is bij de één bot, bij de ander leg je de spreekwoordelijke arm om de schouder. Sommige mensen hebben het hart op de tong. Ook die mensen hebben een mening en ook zij doen dat vanuit hun clubliefde. Daar moet mee gespiegeld kunnen worden. Dat merk ik binnen Brakkenstein wel. Brakkenstein is Brakkenstein. Ik mag het zeggen, want ik ben hier zelf geboren en getogen, dus ik weet hoe er in deze wijk omgegaan wordt met bepaalde situaties. Dat zie ik bij de generatie van mijn ouders, bij kennissen. Maar je moet het wel zien. En soms moet je een stap terug om vervolgens weer een aantal stappen naar voren te kunnen maken. Niet alleen de voorzitter, maar iedereen die actief is binnen een vereniging.’

Net zei je dat besturen niet veel tijd hoeft te kosten als het spel goed gespeeld wordt. Wat moet een voorzitter dan doen?

‘Niet te veel overal mee willen bemoeien. Laat het bemoeien maar bij de elftallen en commissies. Ik denk wel dat je het van een afstandje moet volgen en dat je ervoor moet zorgen dat er voor de club de goede dingen worden gedaan. Niet voor een team of individu. Het gaat altijd om de vereniging. Ook een commissie kan niet met oogkleppen op aan een bestuurstafel zitten, die moet zich realiseren dat er nog 3, 4 commissies zijn met andere belangen. Uiteindelijk heb je één gezamenlijk belang en dat is om de club zo prettig mogelijk te laten functioneren. Dat is het hogere doel.’

 

‘Uiteindelijk heb je één gezamenlijk belang en dat is
om de club zo prettig mogelijk te laten functioneren.’

Is het handig om als voorzitter wat mensen binnen de club te kennen?

‘Ik kom zelf uit Brakkenstein en was al wel actief in het verenigingsleven. Zelf heb ik hier één jaar gevoetbald. Onze kinderen een aantal jaar, dus ik ken wel heel veel mensen. Twee bestuursleden ken ik al sinds de kleuterschool. Dat schept een band. Niet dat je continu dingen bespreekt, maar zo’n band helpt wel om te kunnen vragen hoe iets zit. Dan blijft het niet bij het oppervlakkige. Het zijn mensen die al jaar en dag bij de vereniging zitten, ze kennen alle dwarsverbanden, en dat is voor een buitenstaander wel handig. Ja, ik zag mij wel als buitenstaander.’

Waar kan die buitenstaander trots op terugkijken?

‘We hebben binnen zeven maanden drie trainers gehad. Daar gaat veel energie in zitten, maar je ziet dat het altijd goed lukt en dat we altijd goede mensen vinden. Dat vind ik geweldig, hoe dat in samenspraak met de technische commissie is gegaan. Hoeveel werk zij erin hebben zitten om dat voor elkaar te boksen, dat is niet vanzelfsprekend. In dat opzicht is een voorzitter ook helemaal niet belangrijk. Het werk moet door de leden gedaan worden. Het enige wat je probeert te doen is het belang van die inzet te benadrukken. Daar zit de crux. Stel maar domme vragen aan mensen die terughoudend zijn: ‘Weet je hoeveel het kost als een lamp blijft branden? Draai die knop gewoon uit, dat doe je thuis toch ook.’ En neem nou geen bier van de Aldi mee naar de kleedkamer, maar neem een drankje in het clubhuis. Van het geld kunnen we evenementen organiseren, die ook heel belangrijk zijn voor de vereniging.’

Nu zoekt Brakkenstein een nieuwe voorzitter. Wat is leuk aan de functie?

‘Je hebt veel leuke contacten. Op het moment dat je verbinding probeert te bewerkstelligen, dat vinden mensen geweldig. Mensen vinden het geweldig om met een voorzitter te praten, merk ik. Het is voor een aantal mensen een functie met een statuur. Maar dat is ook zwaar afhankelijk van hoe je het zelf invult.’

‘Je moet wel gek zijn van verenigingen, van voetbal, je moet sport leuk vinden. Met mensen willen samenwerken. Dan krijg je wel positieve signalen terug. Dat zal ik mijn opvolger ook wel vertellen. Ik ga vertellen hoe ik het ervaar, maar die persoon moet het vervolgens op zijn eigen manier doen. Ik hoop voor de vereniging dat er een bepaalde lijn in stand gehouden kan worden. Dat zal door het bestuur gecoördineerd moeten worden. Een voorzitter is maar één persoon, we beslissen alles in consensus. Er zijn zeven bestuursleden, dus er is altijd een meerderheid voor iets. Ideaal. En het is niet zo dat één of twee personen een belangrijkere stem hebben. Er is geen veto, dat kan niet in een vereniging. Met een veto bepalen wat er gebeurt voor 750 leden? Dat staat haaks op alles wat een vereniging is.’

En hoeveel tijd gaat het dan kosten…?

‘Ik ben hier gemiddeld twee keer per week, denk ik. Soms één keer, maar de keren dat we naar een nieuwe trainer zochten was het gerust vier keer per week. Vandaar dat ik nu moet stoppen. Als ik in Boxmeer woon, kan ik er niet zo vaak zijn.’

Heb je vragen over het voorzitterschap of wil je bespreken of het iets voor je is? Neem contact op met Stefan Haagsman, secretaris van rksv Brakkenstein. Of spreek eens iemand van het bestuur aan wie je kent, hij helpt je graag verder. Wellicht zien we je sollicitatie dan snel tegemoet!

Aanmelden Nieuwsbrief